Verslag 10:
Belgisch bier en een tour van kjeskeschiet.
 Om
meer tijd te kunnen spenderen in Noord-Vietnam, hebben we
besloten Hué over te slaan. Dus stond er ons een
21 uur durende busrit naar Hanoi te wachten; 6 uur tot Hué
en 15 uur op de nachtbus tot in de hoofdstad. Het om de
haverklap halt houden op halvelings toeristische trekpleisters
en de algemene mentaliteit van die open-tour organisatie
werkten ons zodanig op de zenuwen, dat we in Hué
onmiddellijk de nachttrein naar Hanoi zijn gaan boeken.
Er was alleen nog maar plek in de 'hard sleeper' wagon,
hetgeen letterlijk te interpreteren is. Maar het was ongetwijfeld
een pak aangenamer reizen in vergelijking met onze vorige
nachtbusrit.
Hanoi diende in de eerste plaats als uitvalsbasis voor twee
trips; naar Cat Ba en Cuc Phuong national park.
Na 1 nacht in de hoofdstad, gingen we met het openbaar vervoer
richting Cat Ba. Dit eiland ligt in de bekendste baai van
Vietnam: Halong Bay. Beroemd voor zijn grillige rotsformaties,
grotten en stranden. Omwille van het laagseizoen hebben
we er belachelijk goedkoop geslapen in een hotelletje met
zicht op zee ($4). Via onze hotelier hebben we een zeilboottocht
door de baai geregeld. De zon op onzen bol en de prachtige,
dramatische vergezichten moesten we enkel delen met nog
één Duits koppel. Het enige minpuntje was
de halte aan Monkey Island. Je betaalt 7000 dong ($0,5)
inkom voor dit Nationaal Park waar je apen in hun natuurlijke
habitat zou kunnen zien. In tegenstelling daarvan zijn hun
eetgewoonten al duidelijk afgestemd op hetgeen de toeristen
voor hen meebrengen. Voor de doorsnee Aziaat is een hond
of aap blijkbaar niet meer dan een circusattractie, of hij
nu volledig zotgedraaid aan een ketting hangt of ronddolt
op het strand.
Het rustige eilandleven beviel ons wel dus hebben we nog
een dagje extra rondgehangen op Cat Co 2, een redelijk idyllisch
strandje.
Helemaal relaxed hadden we niet veel zin om nog vier dagen
in het drukke Hanoi door te brengen. Omdat we zeker onze
terugvlucht naar Bangkok niet wilden missen, hebben we onze
uitstap naar Cuc Phuong National Park laten uitstippelen
door Fansipan tours. Zij waren bereid hun standaard tour
uit te breiden met een langere trekking en een extra overnachting
in een lokaal dorpje. Voor die speciale geste moesten we
weliswaar $ 60 extra betalen, maar dat was nog altijd voordeliger
als de tours van de concurrentie. Daarenboven was de reisagent
duidelijk helemaal verblind door Sally's schoonheid. Hij
droeg zelfs een gedichtje voor, getiteld 'Red, red rose'!
Maar vanaf het moment dat ze ons de volgende dag kwamen
oppikken, bleek de tour al gauw één grote
farce te zijn. Onze gids was een dik half uur te laat en
sprak een soort van buitenaards Engels. Hij was totaal niét
op de hoogte van wat er was afgesproken. We hebben hem zelfs
diets moeten maken waar we de eerste dag naartoe wilden.
Hij wist niks interessants te vertellen over de bezochte
tempels en sites. Tot overmaat van ramp regende het pijpenstelen
toen we de boot in moesten in Tam Coc; soort van Halong
Bay, maar dan tenmidden van de rijstvelden.
Door de slechte organisatie en het dito weer zagen we dat
extraatje in het Nationaal Park niet meer zo goed zitten.
Terug overschakelen naar het standaardprogramma was echter
niet meer mogelijk, aangezien alles reeds geboekt zou zijn.
Dus hebben wij ons in Nin Binh maar de nodige regenkledij
aangeschaft.
Dag twee scheen natuurlijk de zon, maar was op organisatorisch
vlak zowaar nog chaotischer. Een nieuwe gids (ook te laat)
die nog minder van toeten wist wou ons nog extra dollars
laten ophoesten voor de afgesproken extra trekking. Blijkbaar
was er nog helemaal niets geboekt in het Nationaal Park.
Toen we na een uur ambras aan de parkingang erop stonden
terug te keren naar Hanoi om ons geld terug te eisen, durfde
onze gids zelfs niet mee tot in het Fansipan-kantoor te
gaan. Met andere woorden, één louche bedoening.
Dit was de spreekwoordelijke druppel en toen zijn we pas
echt in een Spaanse colere geschoten! We hebben de gids
zijn GSM gegijzeld om hem mee te krijgen en een uur staan
tieren in dat bureautje om die extra $ 60 terug te krijgen.
Pas toen we toeristen begonnen buiten te jagen en dreigden
de politie erbij te halen, zijn ze met onze centen over
de brug gekomen.
Ok, $ 60 zijn slechts peanuts op ons totale reisbudget,
maar we voelden ons zodanig in het zak gezet dat we geen
haarbreed wilden toegeven. Resultaat: niks van het nationaal
park gezien en met de daver op ons lijf in het midden van
Hanoi.
Alles was vlug vergeten eens Ludo ons op Leffe en Hoegaarden
trakteerde in een Belgisch establisement. De zus van Erik
bracht ons in contact met deze Herenthoutse diamantair die
sinds een jaar of zeven een bloeiende business heeft in
Vietnam. Hij heeft heel zijn weekend opgeofferd om ons mee
op sleeptouw te nemen en we hebben erg genoten van zijn
sappige verhalen.
Voor we het goed en wel beseften, waren we geintroduceerd
in de Belgische scene van Hanoi. Bowlen met een bont allegaartje
van ambassadepersoneel tot onderzoekers van de Gentse unief,
witloof met hesp in restaurant 'Le petit Bruxelles' en overnachten
in de poepsjieke Hanoi Tower bij een medewerker van de Belgische
Ambassade (dank u Peter!).
Een waardige afsluiter van ons Azie-avontuur.
Azie achteraf bekeken.
Zuid-Oost Azie was heel plezant en elk van de drie bezochte
landen heel verrassend, maar we zijn er niet verliefd op
geworden.
Thailand was de ideale opwarmer. Een compleet andere cultuur
dan de onze en zó gemakkelijk te bereizen. Bussen
naar elke uithoek van het land en enorm behulpzame mensen,
ook al verstonden we elkaar vaak niet.
Cambodja was veruit het meest intrigerende land van de drie.
Onze kennismaking met de recente geschiedenis en de littekens
die vandaag nog duidlijk zichtbaar zijn, kwam aan als een
mokerslag. Misschien hebben we te weinig tijd voorzien voor
dit toch wel prachtige land, vooral jammer dat we het noord-oosten
hebben overgeslagen.
Achteraf bekeken hadden we beter net andersom gedaan; een
maand Cambodja en twee weken Vietnam.
Vietnam is een prachtig land, dat staat buiten kijf. Maar
de drukte en (misschien bijgevolg) ook de mentaliteit (communisme?)
deed ons dag na dag snakken naar een beetje rust. Als je
eens 5 minuten niet op je hoede bent, rijden ze je overhoop
of proberen ze je telkens net iets meer aan te rekenen dan
de afgesproken prijs. Daarom hebben we in het bijzonder
genoten van de rustigere delen van het land; Dalat, Hoi
An en Cat Ba.
Onze eerste kennismaking met Azie was fascinerend, het lange
reizen gaat ons goed af en we zitten nog op budget. We voelen
wel aan dat we natuur verkiezen boven cultuur. Perfectamundo,
want we hebben nog iets om naar uit te kijken; Nieuw-Zeeland
en Zuid-Amerika!
Sally en Erik
Blijf op de hoogte!
Wil je verwittigd worden
als er een verslag is verschenen of we nieuwe foto's hebben
doorgestuurd? Schrijf je dan als de bliksem in op onze Nieuwsbrief.
|