Groen
Paars
Blauw
Oranje
Geel
hoekje
Verslagen 2003-'04 
Thailand (5/11) 

1. Londen
2. Bangkok- Kanchanaburi
3. Sukhothai en Chiang Mai
4. Pai en Soppong.

Cambodja (4/12) 

5. Geschiedenis Cambodja
6. Siem Reap en Battambang
7. Phnom Penh en omgeving

Vietnam (16/12) 
Nieuw-Zeeland (13/01) 
Argentinië/Chili (26/02) 
Bolivia (16/04) 
Peru (30/04) 
copy&paste <td> tag
copy&paste <td> tag

Verslag 2:
Van Bangkok naar de "Bridge over the River Kwai"

Na 11 uur vliegen als kersverse British Airways Executive Members (vliegmijlen sparen) landden we in het drukk(end)e Bangkok. Met een bus vol backpackers reden we vervolgens naar Khao San road, niemand leek te weten waar ze moesten afstappen of uiteindelijk zouden terechtkomen. Op de bus zijn we aan de praat geraakt met de Zwitserse verpleegster Jasmin en dankzij haar hebben we tamelijk snel een goedkoop hotelletje gevonden temidden van het chaotische epicentrum van Thailand. Die Khao San road bleek nogal een oord van verderf te zijn en deze buurt wilden we kost wat kost mijden. We waren aanvankelijk nogal onder de indruk van het verkeer en de uitlaatgassen, de voetpaden zijn er volgestouwd met eetkraampjes dus je moet je wel op straat wagen. Maar de mensen zijn ongelooflijk vriendelijk, zelfs als ze niets te
verkopen hebben!

De volgende dag werden we voor het eerst verblind door het goud en de mozaiek van het Koninklijk Paleis en Wat Phra Kaeo ofte de Tempel van de Smaragden Boeddha. Deze Boeddha is het meest vereerde beeld in Thailand. In Thailand komt Boeddha voor in de meest uiteenlopende posities: wandelend, staand en in Wat Pho zelfs liggend in de vorm van een 45 m lang en 15 m hoog beeld met parels bezette voeten.
Het contrast van de overdadige wats (tempels) en de zichtbare miserie op straat is wel heel erg groot. Toch besteden de meeste gelovigen een aanzienlijk deel van hun (mager) loon aan het offeren aan Boeddha of de
monniken.
Wat Arun ofte de Tempel van de Dageraad ligt aan de overkant van de Chao Phraya rivier en is volledig versierd met Chinees porselein (kopjes en schoteltjes?!). Deze tempel is even toeristisch als de vorige twee, maar aangetrokken door het rumoer van een nabijgelegen schooltje kwamen we in een heel ander Bangkok terecht. Er was geen enkele 'farang' te bespeuren: zo worden blanke toeristen vergeleken met
de witte binnenkant van de guavovrucht.

Een boottocht door de khlongs (kanaaltjes) mocht niet ontbreken tijdens ons bezoek aan Bangkok. Mede door de leuke confrontatie met de echte Thai's van de vorige dag besloten we de typische trekpleisters over te
slaan en naar de weinig bezochte Wat Paknam te varen. Hier hing echt een veel serenere sfeer dan in de vorige wats, we werden er zowaar een beetje stil van. Naast de in oranje gehulde monikken liepen er ook kale
vrouwen in witte gewaden rond. We zijn er eveneens een opvallend Westers uitziende monnik tegen het blanke lijf gelopen, hij was jammer genoeg te druk bezig om hem aan te spreken.

Tijdens ons verlengd weekend in Bangkok was het Loi Krathong festival volop bezig. Op het einde van het regenseizoen vereren ze enkele dagen de watergoden door bij volle maan kleine bootjes met wierookstokjes
en kaarsen te water te laten; deze zien eruit als drijvende taarten. Samen met tienduizenden Thai's keken we onze ogen uit naar de vele ambachtelijke kraampjes, koninklijke boten etc. De organisatie van
het hele gebeuren hebben we toch een paar keer in vraag gesteld: brandende lampions in de kurkdroge bomen, vuurwerkconstructies temidden van het volk en de show voor de Thaise prinses wordt opgevoerd in een straat a la Nijlen-Dorp. Hoewel we met onze westerse
lengte kop en nek boven de rest van het publiek uitstaken, was het bij momenten toch een bangelijke massamanifestatie.

Na 6 dagen Londen en Bangkok geweld hadden we behoefte aan rust en groen. Dat vonden we dan ook na een 2,5 uur durende geaircoolde busrit naar Kanchanaburi. Beroemd-berucht omwille van z'n Spoorweg van de Dood en de Bridge over the river Kwai. Pas op, spreek uit als kwej en niet als kwaj! Tegen onze principes in hebben we samen met zuster Jasmin een tour geboekt voor belachelijk weinig geld om ons wat te verdiepen in de geschiedenis van de spoorweg van Thailand naar
Myanmar (Birma). Het Hellfire Pass Museum beschrijft in woord en beeld hoe tijdens Wereldoorlog 2 onder Japans bevel de spoorweg werd gebouwd door 300.000 dwangarbeiders; waaronder 60.000 Australische,
Nederlandse en Britse krijgsgevangenen. Indien de Japanners dit zelf hadden moeten verwezelijken zou het 5 jaar in beslag genomen hebben, terwijl de dwangarbeiders de 415 km in mensonwaardige
omstandigheden in amper 1 jaar hebben gebouwd. We vonden het wel een beetje raar dat de 12.399 gesneuvelde blanke krijgsgevangenen met veel poeha en vlaggetjes worden herdacht terwijl over de 70.000 tot
90.000 gestorven Aziaten bijna niets wordt gezegd.
Onder de indruk van deze donkere geschiedenis hebben we onze krenten geparkeerd in een veel te hete warmwaterbron waar tijdens de bouw van de spoorweg de Japanse bezetter ook menige uren heeft verpoosd. Onder leiding van onze 2 prettig gestoorde ('ding tong' zeggen ze zelf) gidsen hebben we vervolgens de Soi Yok waterval bezocht en een traject afgelegd op de spoorweg tot aan de massaal bezochte Brug over de Kwai
rivier.

Erik en Sally

 

Blijf op de hoogte!

Wil je verwittigd worden als er een verslag is verschenen of we nieuwe foto's hebben doorgestuurd? Schrijf je dan als de bliksem in op onze Nieuwsbrief.

Blijf op de hoogte!

Terug!

 © Erik en Sally - Pluk gerust van deze site, maar laat het ons weten! -
Blauw Oranje Geel E-Mail ons! Groen Paars